Hallo allemaal!
Het is al zomer en met de zon en de hoge temperaturen beginnen we te denken aan de zomervakantie. En velen denken dan aan Spanje! Ik heb voor jullie minilessen voorbereid om makkelijk een paar zinnen Spaans te leren! We starten met voorstellen.
Eerst kunnen jullie de tekst lezen en beluisteren. Daarna kunnen jullie de zinnen uit het hoofd leren en proberen om jezelf voor te stellen.
Oefening 1:
In deze les gaan we leren hoe we het werkwoord 'Ser' (in het Nederlands: zijn) kunnen vervoegen. We gebruiken het werkwoord 'Ser' om te praten over nationaliteit, beroep of simpelweg om je naam te zeggen.
Bijvoorbeeld:
Soy Violeta.
Soy española.
Soy profesora.
Zoals je kunt zien, gebruiken we niet het werkwoord 'Ser' om je leeftijd te zeggen. Hiervoor gebruiken we het werkwoord 'Tener', dat 'hebben' betekent.
Hierboven vind je de vervoegingen van het werkwoord in alle persoonsvormen.
Yo= Ik
Tú=Jij
Él/Ella/Usted: Hij/Zij/U
Nosotros/Nosotras: Wij
Vosotros/Vosotras: Jullie
Ellos/Ellas/Ustedes: Ze/U (meervoud)
Het is niet nodig om de persoonsvorm uit te spreken als het werkwoord vervoegd is. In plaats van 'Yo soy Violeta' zeggen we in Spanje 'Soy Violeta', waarbij het niet meer nodig is om 'Yo' te zeggen. Enkel als je hierop de nadruk wilt leggen, gebruik je de persoonsvorm (zoals in onderstaand voorbeeld)
Yo soy Violeta y ella es María.
Oefening 2:
In het Spaans veranderd de uitgangsvorm van de nationaliteiten en beroepen, afhankelijk of het vanuit mannelijk of vrouwelijk is:
Heb je gezien wat het verschil is tussen de mannelijke (linkerkant) en vrouwelijke vorm (rechterkant)?
Als het woord in de mannelijke uitgangsvorm eindigt met een 'O', verander dan de 'O' naar een 'A':
colombiano ----- colombiana
italiano ---------- italiana
Als het woord in de mannelijke uitgangsvorm eindigt op een medeklinker? Dan voegen we achter een woord een 'A' toe:
español ------ española
francés -------- francesa
portugués --- portuguesa
Nationaliteiten zoals 'marroquí' (marrokaans) of 'canadiense' (canadees) veranderen ook niet.
In het Spaans worden nationaliteiten geschreven met kleine letters.
Met de beroepen doen we hetzelfde:
Als het woord in de mannelijke uitgangsvorm eindigt met een 'O', verander dan de 'O' naar een 'A':
El cocinero ----- La cocinera
El arquitecto --- La arquitecta
Beroepen die eindigen met -OR veranderen naar - ORA.
El escritor ------ La escritora
Beroepen die eindigen op 'ista' of 'ante' veranderen niet.
El masajista-----La masajista
El cantante-----La cantante
Oefening 3:
Hebben jullie vragen? Laat me het dan weten!!
Jullie kunnen in de comments (opmerkingen) jullie antwoord opschrijven en ik zal jullie z.s.m feedback geven.
Als je iemand kent die ook Spaans wilt leren kan je hem/haar de link doorsturen. Samen oefenen is altijd leuker! Als je klaar bent met les 1, ga dan nu naar les 2.
Wil je graag gratis de volgende les in je email krijgen, meld je dan in de niewsbrief!
¡Hasta la próxima!
Comments